SV | Maar zij hebben niet gehoord, noch hun oor geneigd, om zich van hun boosheid te bekeren, dat zij anderen goden niet roken. |
WLC | וְלֹ֤א שָֽׁמְעוּ֙ וְלֹא־הִטּ֣וּ אֶת־אָזְנָ֔ם לָשׁ֖וּב מֵרָֽעָתָ֑ם לְבִלְתִּ֥י קַטֵּ֖ר לֵאלֹהִ֥ים אֲחֵרִֽים׃ |
Trans. | wəlō’ šāmə‘û wəlō’-hiṭṭû ’eṯ-’āzənām lāšûḇ mērā‘āṯām ləḇilətî qaṭṭēr lē’lōhîm ’ăḥērîm: |
Maar zij hebben niet gehoord, noch hun oor geneigd, om zich van hun boosheid te bekeren, dat zij anderen goden niet roken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar zij hebben niet gehoord, noch hun oor geneigd, om zich van hun boosheid te bekeren, dat zij anderen goden niet roken.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!